Esthetische tandheelkunde: gouden vs porseleinen kroon

Gouden onlay op kies

Een gouden kroon blijft als kroonsoort de beste oplossing vanwege de duurzaamheid, maar toch wil de patiënt vaak een witte kroon.

De komst van steeds meer verschillende tandkleurige materialen heeft gezorgd voor een grote verschuiving in de moderne tandheelkunde. Voorheen was zilver amalgaam de standaard voor vullingen, terwijl tegenwoordig vaker wordt gekozen voor een tandkleurige composietrestauratie. Ook de plaatsing van kronen heeft eenzelfde trend gevolgd, waarbij vaker porselein wordt gebruikt ten koste van edelmetaal. Toch kleven hier ook naadelen aan.

De voordelen van een gouden kroon

Een gouden kroon blijft als kroonsoort de beste oplossing vanwege de duurzaamheid, maar de patiënt wilt vaak een witte kroon. Een gouden kroon heeft echter significante voordelen ten opzichte van een porseleinen kroon. Vooral voor de molaren (kiezen) is het raadzaam een gouden kroon te overwegen, vanwege de volgende voordelen:

  • Er staat meer kracht op de kiezen, wat resulteert in meer slijtage en een hogere kans op een breuk in het porselein. 
  • Een porseleinen kroon heeft een hogere kans om te breken. Goud heeft daar aanzienlijk minder last van, wat het mogelijk maakt om dunnere kronen te maken met dezelfde sterkte. 
  • Soms laat de kaak weinig verticale ruimte beschikbaar voor een kroon met een dik oppervlak. Dit is zelden een probleem bij andere tanden, maar komt regelmatig voor bij de molaren. Goud is dan de uitkomst.
  • De molaren zijn minder prominent zichtbaar dan andere tanden. Door de locatie van kiezen achter in het gebit valt een goudkleurige kies minder gauw op dan bij bijvoorbeeld een voortand.
  • Een ander voordeel van een gouden kroon is een lagere kans op irritatie van het tandvlees, wat uiteindelijk kan resulteren in terugtrekkend tandvlees.

Directe restauraties

Hierboven links ouderwetse amalgaamvullingen. De knobbel van de eerste grote kies is afgebroken. Rechtsboven het behandelresultaat met 2 composietrestauraties in de kleine kiezen en een keramische onlay in de eerste, grote kies. In de restauratieve tandheelkunde maken we onderscheid in directe en indirecte restauraties. De directe, ook wel plastische restauraties genoemd, kent u als vulling, bijvoorbeeld de amalgaamvulling. Als hij nieuw is, is een amalgaamvulling zilverkleurig,. Later wordt hij vaak zwart. Het is een duurzaam materiaal. Echter, in een amalgaamvulling kun je de vorm van de tand of kies moeilijk of niet teruggeven. Een vulling zorgt dat het gat dicht zit en u geen pijn heeft. We spreken van zorg. In composietrestauraties kunnen we vorm, anatomie en functie van de tand of kies teruggeven, en wel in een tandkleurig materiaal. Daarom spreek ík van esthetiek en restauratie. Dat is een fundamenteel andere benadering.

Indirecte restauraties

Indirecte restauraties zijn restauraties die buiten de mond worden gemaakt. Daarbij moet u denken aan kronen, bruggen, inlays, onlays, jacket kronen en stiftkronen. Om met de laatste te beginnen: ze worden steeds zeldzamer, omdat we met de adhesieve technieken waarmee we composiet vastzetten, ook de restanten van de tand of kies opbouwen. En daarmee een stiftversteviging overbodig maken. Sterker nog, een stift verzwakt meestal het resterende gebitselement. Jacket kronen en inlays maken we niet meer, al heel lang niet meer. Wat rest zijn kronen, bruggen en onlays

Goud met versleten kunststof venster

De geschiedenis van een kroon loopt parallel aan de ontwikkeling van tandkleurige materialen. Toen die er niet waren, maakten we gouden kronen. Langzaam maar zeker werden delen van het goud vervangen door witte materialen. Eerst alleen het deel van de kroon waar je tegenaan keek. Met het bevestigen van kunststof op het goud ontstond de vensterkroon. Dan komt het porselein dat op goud kan worden opgebakken, eerst als vensterkroon, later als een volledig opgebakken porseleinen kroon. In de jaren 50 van de vorige eeuw komt er een geweldige ontwikkeling in het porselein tot stand. John McLean, gestorven in 2009, komt op het idee het relatief zwakke veldspaat porselein te versterken met aluminiumoxide. En zo wordt een ontwikkeling in gang gezet die vandaag de dag heeft geleid tot zelfs meerdelige bruggen van volledig tandkleurige materialen, zoals aluminium en zirconium. Toch blijft de opgebakken porseleinen kroon voorlopig de standaard, omdat we er het langst ervaring mee hebben. Alle nieuwe, witte materialen zijn maximaal 5 jaar op grote schaal toegepast. Alleen kronen van aluminiumoxide kunnen bogen op een geschiedenis van 15 jaar

*Al het werk dat wordt getoond is door mijzelf gemaakt met de hulp van de beste tandtechnici. De dia’s zijn niet gefotoshopt en geven derhalve een eerlijk beeld van de mogelijkheden. De foto’s hebben de volgende bewerkingen ondergaan: -De lichtniveau’s zijn aangepast, -Sommige foto’s zijn rechtgezet en/of uitgesneden. -Als u klikt op de plaatjes, krijgt u een gedetailleerde vergroting te zien.